Berlijn 1943. Bruno woont met zijn vader, moeder en zus
in een prachtig huis in deze grote stad waar altijd van alles te doen is. Nadat de Furie is komen eten verandert alles. Het gezin moet verhuizen, Bruno vindt het verschrikkelijk. Zijn vader die een hoge rang binnen het leger heeft, vindt dat ze geen keus hebben, ze vertrekken naar Oudwis. Het huis in Oudwis valt tegen. Het is klein en veel minder luxe. Vanuit zijn slaapkamerraam kan Bruno naar buiten kijken. Wat hij dan ziet, begrijpt hij niet. Hij wordt er akelig van. Samen met zijn zus kijkt Bruno naar een stuk land omheind met prikkeldraad. In het kamp zijn alleen maar jongens, mannen en oude mannen, allemaal in een gestreepte pyjama. ‘Misschien het platteland’ zegt Bruno’s zus. Bruno denkt van niet. Als Bruno aan vader gaat vragen wie die mensen buiten zijn, dan zegt zijn vader: ‘Die mensen… nou dat zijn helemaal geen mensen, Bruno’